Onderwijs

In de ideale wereld is het onderwijs de plek waar elk kind het beste uit zichzelf kan halen. Waar talenten en interesses worden opgespoord en in ontwikkeling worden gezet. Dit in een ongeveer 16 jaar durend traject dat uitmondt in een passend diploma. Dat diploma geeft op zijn beurt toegang tot studies voor een nog hoger diploma of een job die als gegoten zit. Of toch een job waar je op zijn minst goed van kan leven.


Ondanks de (vaak enorme!) dagelijkse inzet van vele leerkrachten, directies, ondersteuners, ouders en uiteraard leerlingen zelf lukt dit niet voor elk kind. De kinderen waar het niet bij vlot - die een diploma halen dat niet past bij hun talenten of capaciteiten, of die zelfs helemaal geen diploma halen- zijn echter niet gelijk verdeeld over de verschillende bevolkingsgroepen. Zo blijken kinderen uit kansarme gezinnen oververtegenwoordigd te zijn in het buitengewoon onderwijs. Uit cijfers blijkt dat kinderen uit de hoogste inkomensklassen ondervertegenwoordigd zijn in praktisch gerichte BSO richtingen, maar heel sterk vertegenwoordigd in de meer abstracte ASO richtingen die gericht zijn op doorstroom naar het hoger onderwijs. Bij de onderste klasse van inkomens is het dan weer omgekeerd, daar zijn enorm veel kinderen met praktisch potentieel maar met minder abstract leervermogen. Met richtingen die gericht zijn op de arbeidsmarkt. Ondanks het feit dat meer en meer jongeren met een klassieke migratieachtergrond de stap zetten naar hogere studies, zetten zij in verhouding tot ‘de gemiddelde Vlaming’ deze stap nog minder, en halen zij ook daar minder vlot de eindmeet. Kortom: er blijkt toch iets niet te kloppen bij het ontdekken van talenten, of voluit ontwikkelen van elk potentieel. De sociale lift die het onderwijs toch geweest is in Vlaanderen, lijkt al enkele decennia te haperen. Eerder dan een verwijt naar iemand toe vinden we dat vooral een heel pijnlijke vaststelling.

We zijn als kleine lokale vrijwilligersvereniging niet, -of slechts in beperkte mate- in staat om structureel iets te veranderen. We geloven wél dat we in de eerste plaats voor individuele kinderen jongeren een verschil kunnen maken in hun onderwijstraject.


Zo is huiswerkbegeleiding en hulp bij het leren van de lessen een belangrijk aspect in de Basiswerking en de Tienerwerking. In tegenstelling tot bijvoorbeeld Nederland geven bijna alle Vlaamse scholen vanaf het 1e leerjaar huiswerk mee. Hoewel het leereffect van huiswerk zeker voor de eerste jaren van het lager wetenschappelijk niet is aangetoond, komt het wel mee in de boekentas. Als er al leerwinst is uit huiswerk, blijkt deze winst vooral te vinden bij kinderen die al goed leren of kinderen die goed ondersteund worden. In het slechtste geval geeft huiswerk aanleiding tot ruzie, stress, demotivatie, of het aanleren van foute leerstrategieën. Voor veel laaggeschoolde ouders is het huiswerk een bron van stress en zorgen. Hoewel huiswerk in principe zelfstandig gemaakt moet kunnen worden, hebben de meeste 7 à 10 jarigen nog veel hulp en ondersteuning nodig bij het maken ervan. Bovendien verwachten leerkrachten ook dat alles in orde is, en hangen er heel wat impliciete en expliciete verwachtingen aan vast voor ouders en kinderen. Voor kinderen die vlot leren en bij wie alles steeds in orde is, is huiswerk niet persé een leerfactor maar ook geen drempel om het goed te doen op school. Voor kinderen bij wie het minder loopt, en die geen ondersteuning krijgen, is huiswerk vaak wél een drempel om het goed te doen en gemotiveerd te blijven. Zeker in het lager draagt huiswerk bij aan ongelijkheid. Door te ondersteunen willen we deze potentiële valkuil omzetten in een veel positievere ervaring. Dit door samen het huiswerk te bekijken, even iets uit te leggen, oog te hebben voor wat goed gaat,... natuurlijk moeten ze het wel nog zelf maken :). Het huiswerk wordt samen gemaakt in De Moazoart of bij de gezinnen thuis.


Op latere leeftijd blijkt huiswerk wel te kunnen zorgen voor leerwinst. In onze Tienerwerking

vinden jongeren een rustige ruimte om te studeren. We geven geen bijlessen voor een specifiek vak, maar jongeren vinden vaak wel de weg naar vrijwilligers die sterk zijn in het vak waar zij moeite mee hebben. Uiteraard proberen we waar dat kan nog uitleg te geven.


Afhankelijk van het huiswerk of de toetsen die op de plank liggen (en de deadline die erbij hoort) gaat onze aandacht daarnaartoe. Toch proberen we wanneer het mogelijk is ruimer of meer structureel te werken. Aandacht voor leren plannen, praten over studiekeuze, tips om te studeren, luisteren naar de motivatie van de leerling,... het is -o- zo belangrijk….


Een aantal van onze jongeren stroomt door naar opleidingen op graduaats, bachelor of masterniveau. Er is geen structureel project binnen Horizon om hen hierin te ondersteunen, maar zij kunnen mits afspraken wel gebruik maken van ons lokaal om (al dan niet samen) te studeren. En uiteraard vindt een deel van hen nog steeds de weg naar één van de vrijwilligers wanneer daar behoefte toe is.